CO2 tax in reality

In het Klimaatakkoord is afgesproken dat de industrie de jaarlijkse CO2-uitstoot in 2030 heeft verminderd met 14,3 Mton CO2.
De CO2­-heffing is ingegaan op 1 januari 2021 om te borgen dat deze doelstelling gehaald wordt. De Nederlandse Emissieautoriteit heeft de taak om de CO2-heffing uit te voeren, de heffing te innen en naleving te waarborgen.

Valt uw organisatie onder de heffing?

De heffing is van toepassing op de CO2-emissies van (ETS-)installaties in de industrie, afvalverbranding en enkele specifieke processen waar lachgas (N2O) bij vrijkomt. Om ongelijke behandeling te voorkomen is de heffing ook van toepassing op ETS-installaties in de energiesector die warmte produceren voor industrieel gebruik.

Ook zijn er administratieve verplichtingen Installaties die zowel onder de CO2-heffing als onder het EU ETS vallen en een gratis toewijzing van emissierechten krijgen, hebben in 2021 nog geen nieuwe verplichtingen. De eerstkomende verplichting is het inleveren van een industrieel emissieverslag en een verslag over het aantal dispensatierechten in maart 2022. Voor installaties die onder het EU ETS vallen, maar geen gratis toewijzing krijgen en installaties die niet onder het EU ETS vallen, gelden in 2021 wel nieuwe verplichtingen. Voor meer informatie over welke administratieve verplichtingen voor uw installaties gelden kunt u kijken op de website van de Nederlandse Emissieautoriteit.

De tarieven

De prijs van de CO2-heffing is berekend aan de hand van de industriële emissie van een ton CO2. In 2021 is die prijs 30,48 euro. Het tarief loopt daarna ieder jaar op met 10,73 euro om in 2030 uit te komen op 127 euro per ton CO2 om zo veel als mogelijk te garanderen dat de doelen voor 2030 behaald worden.

Installaties die onder het EU ETS vallen hoeven niet het volledige tarief te betalen. Het tarief van de heffing wordt voor ETS-deelnemers verminderd met de prijs van een emissierecht in het ETS (EUA). Deze prijs wordt ieder jaar vastgesteld voor het daaropvolgende jaar aan de hand van de gemiddelde prijs van de EUA december future, in september en oktober.

Het bedrag dat is vastgesteld als ETS-prijs wordt afgetrokken van het tarief voor de heffing. Voor 2021 is deze prijs vastgesteld op 26,49 euro, dat betekent dat een ETS-installatie in dat jaar dus 3,99 euro heffing moet betalen voor de industriële emissie van elke ton CO2, verminderd met het aantal dispensatierechten. Als de prijs van een emissierecht in een jaar hoger ligt dan het tarief voor de heffing van dat jaar, bedraagt de heffing 0 euro.

Voor de installaties die wel onder de heffing maar niet onder het EU ETS vallen, geldt dat zij wel het volledige tarief voor dat jaar moeten betalen. Voor de industriële emissie van elke ton CO2, verminderd met het aantal dispensatierechten, in 2021 betalen deze installaties dus 30,48 euro.

Dispensatierechten

De uitstoot per installatie wordt gedeeltelijk vrijgesteld van CO2-heffing. Jaarlijks neemt de toegestane uitstootwaarde af tot en met 2030. De dispensatierechten (DPR’s) staan synoniem voor de vrijgestelde uitstoot. Één DPR is gelijk aan de uitstoot van 1 ton CO2. DPR’s worden na ieder belastingjaar berekend en uiterlijk op 30 april gestort op de rekening van elke installatie. Het is niet mogelijk om de rechten te sparen voor gebruik in een later jaar.

Om te bepalen over hoeveel CO2-uitstoot heffing moet worden betaald (de grondslag), wordt de industriële jaarvracht over het belastingjaar verminderd met het aantal DPR’s dat in het opvolgende jaar op 1 september op de rekening van de installatie staat. Meer informatie over de vrijgestelde uitstoot, dispensatierechten en hoe het aantal DPR’s voor een installatie wordt berekend kunt u hier vinden.

Het is mogelijk om DPR’s over te dragen binnen of buiten de organisatie. De Nederlandse Emissieautoriteit is bezig met het ontwikkelen van een register waarin organisaties en hun installaties worden geregistreerd. De rekeningen van elke installatie zal op deze manier zichtbaar zijn.

Overdracht van rechten is ieder jaar mogelijk in het overdrachtstijdvak: van 1 mei tot en met 31 augustus. Tussentijd kunnen organisaties onderling deals sluiten welke in het overdrachtstijdvak definitief zullen worden gemaakt. De afspraken die koper en verkoper onderling maken over de prijs en andere voorwaarden zijn een private aangelegenheid.

Het verrekenen van DPR’s

Dat zo in zijn werk: In 2021 stoot een installatie 100 ton CO2 uit. Het heeft maar 80 DPR’s en besluit om geen DPR’s bij te kopen. Dat betekent dat de installatie in dat jaar over 20 ton CO2 heffing moet betalen. Het daaropvolgende jaar stoot de installatie maar 60 ton CO2 uit en beschikt het over 70 DPR’s. Dat betekent dus dat de installatie dat jaar een overschot heeft van 10 DPR’s. In plaats van de DPR’s te verkopen besluit de installatie de DPR’s te laten verrekenen met eerder betaalde heffing. De heffing die de installatie het voorgaande jaar betaalde over 10 (van de in totaal 20) ton CO2 krijgt het terug. Deze verrekening is mogelijk tot en met 5 jaar terug. Dus heffing die is betaald voor CO2-uitstoot in 2021 kan nog met een overschot aan DPR’s voor het jaar 2026 worden verrekend. Uiteraard zijn de gekochte DPR’s in te zetten voor de verrekening.

Voor meer informatie over deze dispensatierechten en de berekening hiervan vind u op emissieautoriteit.nl.

References

RVO Nederland

Auteur

ibi2

Datum

17 June 2022

Reacties

contact

+31 (0)77 352 32 85

design@ibi2.nl

Adres

Kazernestraat 17-19

5928 NL Venlo-Blerick

The Netherlands

en_GBEnglish